Wednesday, April 25, 2007

Tijdverdrijf

10u00 : 3 duiven, geen flauw idee van het merk. Eentje schijt op het dak van het nieuw tuinhuis.

10u07 : Niks …

10u11 : Opnieuw 2 duiven, waarschijnlijk zelfde merk, andere exemplaren. Houden die vliegende ratten de andere soorten weg misschien ?

10u19 : Ha, een ekster ! En dat daar zijn waarschijnlijk … euh … (verdomme, ik moet dringend zo’n veldgidsje aanschaffen) ... heggenmussen ! Die hebben ’t schijnt nogal een driftig sexleven, kunnen we nog iets van leren …

10u23 : Amai den ouwe van Driesplein nr. x heeft duur spul om zijn pols zitten, lijkt wel een Breitlinger. “Dag mijnheer, … neen ik beloer u niet, ik kijk naar de vogeltjes”. … “Ja, klopt, ha, ha !” (moei je met je eigen zaken, rijke stinkerd)

10u25 : Op de muur van de pastorijtuin een kraai, op de voederplank van E zit een merel, onder onze toverhazelaar scharrelt één van die vliegende ratten van daarstraks (een houtduif, denk ik) en bij ’t tuinhuis dartelen kool- of pimpelmezen, 3 …, 5 stuks. Ik begin het te leren.

10u29 : Moest ik nu ergens op de Hebriden uit het raam zitten staren was ik waarschijnlijk al aan mijn 3de Haliaeetus albicilla toe.

10u30 : Een spreeuw nabij het terras. Geslacht ? (Wijfjes zeker, zie nergens een piemel …)

10u37 : Een roodborstje ? Even wachten tot het tegen het raam tikt.







Hij ijlt, zijn verkoudheid is omgeslagen in iets hééél ernstigs !!? Neen, hij kreeg van J een verrekijker voor zijn xste verjaardag.

Tuesday, April 24, 2007

O.L.H. Maleizenvaart

Wellicht ligt er geen hond van wakker, maar de Jee-Cee op het Driesplein in Nossegem moet uiteindelijk wel degelijk plaats maken voor een parochiezaaltje met een appartement er bovenop. Verac rules !

E. H. Herroelen zal zijn pronkstuk persoonlijk van de schroothoop komen redden (naar alle waarschijnlijkheid zo rond 17 mei, enige symbolische geladenheid is altijd mooi meegenomen) en het op zijn rug helemaal naar Maleizen dragen. Dat feit wordt dan binnen een jaar of vijftig de eerste aanzet tot zijn zaligverklaring.

Het doet niet ter zake, maar het schiet mij plots te binnen dat onze zwartrok van de Noskoemenaars ooit de bijnaam “Zwierbol” kreeg toegedicht. Ik wil liever niet weten waarom, maar mij zal je, in verband met hem, die troetelnaam nooit horen gebruiken. Dat doet immers veel te veel onrecht aan de enige echte “Zwierbol”, de heel wat sympathiekere Zaventemse snor van de eeuw : Y D.

Friday, April 6, 2007

All quiet on the right front



Wat had ik de fanclub graag verblijd met enkele sappige verhaaltjes en roddels uit de gemeentepolitiek. Helaas, het is oorverdovend stil op het Zaventemse front.
Nochtans sprong ik na de verkiezingen een gat in de ozonlaag toen Grote Smurf besloot om een meerderheid te vormen met zijn aartsvijand Gargamel. Dat zou pas uitbundig vuurwerk en massa’s kopij opleveren !
Het lijkt er echter op dat beide snoodaards mekaar hebben gevonden en hun respectievelijke troepen voorlopig makkelijk in het gareel weten te houden.
Met een tikkeltje geluk komt daar wel verandering in na de Federale verkiezingen. De kans is immers niet onbestaande dat, in ruil voor het Premierschap, de tjeven dan de bende van De Wever dumpen. We zullen dan wel snel weten of het zwart-geel katertje Azrael, al dan niet zonder handschoenen aan te pakken is. Nu hij zich Interza door de neus geboord zag kan hij alvast zachtjes beginnen sudderen.

Tuesday, April 3, 2007

Firenze zien ...en je hart opvreten


De Franse schrijver Stendhal was danig van zijn melk toen hij in 1817 Firenze bezocht : " Ik raakte in extase door het idee dat ik in Florence was ... Verzonken in de overpeinzing van sublieme schoonheid, bereikte ik het emotionele punt waarop men hemelse gewaarwordingen ervaart. Ik kreeg hartkloppingen, het leven vloeide uit me weg. Ik liep, maar was bang dat ik zou vallen.” De arme man was zo emotioneel aangegrepen door het overweldigend kunstpatrimonium van Firenze dat hij er een psychische aandoening van opliep.

Het Stendhalsyndroom was meteen een feit en sindsdien wordt zowat maandelijks een toerist met een overdosis “schone kunsten” binnengedragen op de psychiatrische afdeling van het Santa Maria Nuova-ziekenhuis. De symptomen variëren van versnelde hartslag, duizeligheid, flauwvallen, ademnood en kortdurende paniekaanvallen tot geheugenverlies, hallucinaties of andere psychotische verschijningen, schizofrenie, doodsangst en dagenlang aanhoudende krankzinnigheid. Graziella Magherini, psychiater en naamgever van de aandoening, bestudeerde en beschreef tussen 1969 en 1979 ruim 100 gevallen.


Twee jaar terug maakten we een korte rondreis in Toscane en Umbrië. Een héél korte trip, ik werd strontziek (de darmen, het gebruik van het woord str…is dus niet echt misplaats) en na 5 dagen stonden we al terug thuis.
We waren wel even langs geweest in Firenze maar een apocalytisch onweer maakte dat we nauwelijks wat van de stad en haar artistiek karakter hadden aanschouwd.

Ik wou echter wel ooit terug naar de kunsthoofdstad van de wereld, dat was ik absoluut verschuldigd aan de intellectuele kunstsnob (sic) in mij. Rustig musea, kerken, kathedralen en pallazo’s afwisselen met luie terrasjes in de zon, lang voor horden zomertoeristen de stad kwamen overspoelen, leek trouwens geen onprettig vooruitzicht. En dat Stendhalsyndroom schrikte mij totaal niet af, een vijs meer of minder … .

Zodoende stapten we vorige week maandag op Amerigo Vespuci van het vliegtuig. Pech, de geroemde blauwe Toscaanse hemel zat achter een dik wolkenpak en het was verdomd koud. Shit, geen terrasjes ! Afin, al de kunstschatten van de renaissance wachtten op ons en cappuccino, caffè corretto, chianti gallo nero of brunello laten zich ook binnen savoureren.

Twintig minuten later stonden we hartje Firenze op de Piazza del Duomo.
Ogenblikkelijk kreeg ik het te pakken : polsslag de hoogte in, versnelde ademhaling, hevig transpireren … . Il sindrome di Stendhal ? Niks van, véél erger ! Wij die er rotsvast van overtuigd waren dat we enkele dagen gingen ronddwalen in een toeristenvrije schatkamer werden meteen overrompeld door massa’s scholieren. Uit alle richtingen kwamen ze toegestroomd, vanuit de Via Cafour, de Via Roma,de Via Martelli, de Via de’ Calzaiuoli … met honderden, als reusachtige kolonies tropenmieren op oorlogspad.
Alsof de duivel ermee gemoeid was hadden zowat alle Italiaanse schoolhoofden uitgerekend de laatste week van maart aangegrepen om hun volledig klassenbestand naar deze stad te slepen in de hoop hen wat vaderlandse geschiedenis en een kruimel artistiek bewustzijn bij te brengen.
Waar we ons vier godgeklaagde dagen lang ook maar vertoonden, aan de ontbijttafel in het hotel, in café en trattoria, nabij kathedraal, pallazo, museum of eender andere bezienwaardigheid, steeds werden we opgewacht door immense drommen snaterende “ragazze e ragazzi”.
Wanhopig heb ik mij tot het katholicisme bekeerd, in de Santa Maria del Fiore een kaars gebrand en een schietgebed gepreveld : “Lieve Heer, laat desnoods il sindrome bezit van mij nemen, maar doe die hooligans verdwijnen”.
Geen helpen aan, voor de Uffizi mochten we dank zij onze jonge vrienden 4 uur aanschuiven, om een glimp van Botticelli’s sublieme “Primavera” te kunnen opvangen moest ik haast een bloedbad aanrichten onder een klas laatstejaars en de samenscholing op de Ponte Vecchio raakten we pas door met behulp van enkele smerige rugbytrucs. De Galleria dell’Accademia met Michelangelo’s “David” die konden we op de buik schrijven. “3 dagen volgeboekt mijnheer, schoolreizen weet u …”. Neen, dat wist ik nu nog niet … !!
De vierde en laatste dag van ons verblijf vonden we eindelijk toch wat rust, in de Boboli-tuinen, uitgerekend de enige plek die we enkele jaren voordien al grondig hadden verkend.

Ik heb mij suf gezocht naar de exacte data van Stendhals bezoek aan Firenze maar vond niets buiten het jaartal. Van één ding ben ik echter rotsvast overtuigd, het was vast niet gedurende de maand maart, want dan had hij nooit het scolari-syndroom overleefd.